• Skynet.be
  • TV gids
  • Mijn blog
  • Creëer je blog
  • Blog alert
  • Deel deze blog
  • Delen
  • Tweet

Tarkus

Welcome back my friends to the show that never ends.... Tarkus overleeft op een cocktail van muziek, concerten, grote en kleine reisjes, de mooie dingen in het leven en de queeste naar geluk...

Recente berichten

  • The End of an Era? Of niet?
  • Umberto Tozzi, Ethias Theater, 13/01/18
  • Beyond The Labyrinth & The Handsome Dogs...
  • Anathema & Alcest @Trix, 18/11
  • FireForce - 'Annihilate The Evil' cd...
  • Indian Summer in Oost-Canada, deel 6 (slot)
  • Soulrazor, Incinerate & Electric Mole...

Recente commentaren

  • Kris op Anathema & Alcest @Trix, 18/11
  • Gene op Anathema & Alcest @Trix, 18/11
  • Patrick op Anathema & Alcest @Trix, 18/11
  • Kris op Anathema & Alcest @Trix, 18/11
  • Raf op Anathema & Alcest @Trix, 18/11
Contacteer me

Muzikale links

  • Alcatraz Metal Festival
  • Biebob
  • Graspop 2018
  • John Scheffers Concertfoto's
  • Melodic Rock
  • Prog Archives
  • Rock Report

Categorieën

  • Actualiteit
  • Een kleine bezinning
  • Historie
  • Life as it izz
  • Luchtvaart
  • Muziek
  • Tarkus gaat op stap!
  • Vrije tijd

Tarkus Shop

Mijn favoriete bands...

  • Al Stewart
  • Anathema
  • Deep Purple
  • Dream Theater
  • Evergrey
  • Fields of the Nephilim
  • IQ
  • Kansas
  • Magnum
  • Mike + The Mechanics
  • Pagan's Mind
  • Pallas
  • Paradise Lost
  • Pendragon
  • Rush
  • Saxon
  • Secret Garden
  • Seventh Wonder
  • Steve Hackett
  • Stratovarius
  • Threshold
  • Triumph
  • Uriah Heep

Wat houdt mij nog bezig?

  • Aviation Society of Antwerp
  • Crimean War Research Society
  • EVA
  • GAIA
  • Stampe & Vertongen Museum

Archieven

  • 2018-04
  • 2018-01
  • 2017-12
  • 2017-11
  • 2017-10
  • 2017-08
  • 2017-07
  • 2017-06
  • 2017-04
  • 2017-02
  • Alle archieven

Dukes Of The Orient

‘Dukes Of The Orient’ – Dukes Of The Orient – Toen zanger/bassist ern a Asia’s ‘Silent Nation’ enigszins de brui aan gaf om met Asia verder te ploerten (al was er nog zijn eigen Asia) en dit album eigenlijk een zompige inspiratieloze zooi bleek, ben ik de man uit het oog verloren. Tot nu. En hoe! DotO bestaat naast Payne ook uit keyboard wizzard Erik Norlander. Dat levert een geweldig album op, laat dit gezegd zijn. Langs een zijde is het een nostalgisch terugdenken aan Payne’s hoofdagen bij Asia – daar waren best sterke albums bij – maar het is ook een herboren creativiteit die we te horen krijgen. Vinnige uptempo songs met uitgebreide toetsenpartijen, vinnige gitaarsolo’s en natuurlijk Payne’s warme stem. Norlander’s arsenaal aan vintage en nieuwe geluiden past perfect in het aanbod van songmateriaal. De helft van de songs blijft na een eerste beluistering al hangen. Met name de single ‘Strange Days’, het bombastische ‘Amor Vincit Omnia’ of het ruim 10’ durende ‘Give Another Reason’. Dit is een heerlijke samensmelting van AOR en symfonische rock en tussen het soms wel hectische arsenaal van nieuwe bands en stromingen is het een heerlijk gevoel van thuiskomen zonder te vervallen in de al te veilige richting die Asia was ingeslagen. Die laatste naam kunnen we nu wel gaan opbergen. Payne & co leveren hierbij een welgekome aanvulling in het genre af.

Judas Priest

‘Firepower’ – Judas Priest – Als men mij in 1982 zou gevraagd hebben of ik 36 jaar later nog fan van Judas Priest zou zijn… Ofwel zou de band al lang niet meer bestaan ofwel zou ik zo danig volwassen geworden zijn dat ik er geen behoefte meer aan zou hebben. Fout dus. ‘Firepower’ draait nu regelmatig rondjes en ik voel me thuisgekomen én 18 jaar. ‘Firepower’ is generische Judas Priest style Heavy Metal. En dat is maar goed ook. De enige twee keer dat ze dat niet waren (‘Nostradamus’, love it or hate it, nu beter dan toen het uitkwam, hoor…) leverde verdeelde reacties op, net als ‘Turbo’. Die laatste is ondertussen ‘classic’, en dus vergeven en geaccepteerd. Dit album is redelijk standaard en levert ook geen echte hoogtepunten op maar is in zijn totaliteit sterk. ‘Evil Never Dies’ neigt naar epische Megadeth, zeker de zang met momenten, maar Rob Halford levert zeker een geweldige prestatie. De midtempo rockers zoals ‘Never the Heroes’ lijken dan soms op Priest adepten Primal Fear. Mede door het vette ritme gitaarwerk. Een omgekeerde wereld. ‘Lone Wolf’ ruikt naar Heaven & Hell (de band). Maar de belangrijkste vraag is niet of ‘Firepower ‘ een geslaagd Priest album is, want dat is het zeker. Maar wel of de band en dit album echt relevant is en overeind blijft in deze ‘never ending mindfuck’ die wij Heavy Metal heten. Qua productie zeker op niveau, dit in tegenstelling tot 'Redeemer Of Souls'. Afchecken binnen 36 jaar?
‘A Decade Of Destruction’ – Five Finger Death Punch – Het Amerikaanse FFDP is natuurlijk geen echt nieuwe band meer en hebben al een dik handvol albums uit. Wat op het eerste zicht lijkt op een gimmick heeft bij nader beluisteren veel meer in zich. Achter hun kleurrijke en wat uitdagende (toch wat extreme) live karakters zitten strakke muzikanten die collectief ook deze soms te traditionele metalhead vlot kunnen overtuigen. Dit is een overzicht van hun hebben en houden en de selectie buigt zich m.i. vooral over de melodieuze en midtempo songs van de band. Soms teveel neigend naar ballads (‘Wrong Side Of Heaven’) maar steeds met een doorleefde zang en rake teksten. FFDP is voor mij een band die niet alleen een frisse wind over de festivalweides laat waaien maar me muzikaal inhoudelijk ook aanspreekt. De mix van groove-en melodieuze metal, met een zeldzame metalcore topping en dan afgewerkt met een post-grunge feel (denk aan Creed) maakt dat FFDP meer dan eens naar de keel grijpt. Dat er soms als te openlijk gelonkt wordt naar goed verteerbare stadionrock verlaagt de drempel aanzienlijk. Wie zoals ik dus een beetje tussen de power-en progmetal muren gevangen zit, doet er goed aan deze verzamelaar eens in de lade te leggen en open-minded ervaren dat er nog ruimte is voor deze coctail waarvan de som van de onderdelen toch wel vlot naar binnen gaat. Aanstekelijk, beklijvend en tja, die groove, hé…

Saxon

‘Thunderbolt’ – Saxon – De tijd was gewoon rijp voor een nieuw Saxon album! Naar het schijnt het 22e alweer. En wat voor een! Biff & the boys maken hier duidelijk een statement: met ouder te worden kán je tegelijk beter worden! Ook al zal de eerste glorieperiode nooit meer geëvenaard worden, het is het laatste decennium telkens weer raak met een nog vetter album. Ook hier wordt de lat weer wat hoger gelegd én tegelijk blijven ze bij hun leest. De titeltrack laat daar ook geen twijfel over bestaan. Saxon gaat snel en hard. Het heel heavy ‘Nosferatu’ bijvoorbeeld of het aan Motörhead opgedragen ‘They Played Rock and Roll’. Vette riffs met ‘Predator’ en met ‘Sons Of Odim’ mogelijk de zwaarste song op hun repertoire – Dio’s ‘Holy Diver’ schoot gelijk in mijn gedachten. ‘Sniper’ is dan weer compromisloos recht voor de raap Saxon. Het is eigenlijk met elke song gewoon raak op deze schijf. De tegenwoordig alom tegewoordige Andy Sneap produced hier weeral een stevige sound en Saxon wentelt zich maar al te graag in de huidige technieken. Maar laat er geen twijfel over bestaan: dit is een perfect verlengstuk op het geweldige ‘Battering Ram’.

Magnum

‘Lost On The Road To Eternity’ – Magnum – Het twintigste album van de meesters van de pompeuze traditionele hardrock. Bob Catley en Tony Clarkin – beide prille seventigers leveren hier met een bijna volledig vernieuwde band (op bassist Al Barrow na) een nieuw klassiek Magnum album af. Verwacht je aan alle ingrediënten: heavy riffs, symfonische aankleding en een meezingbaar refrein. ‘Peaches and Cream’ lijkt even een luie opener maar wordt al snel een fijne inzet tot meer moois. Gelijk valt op dat nieuwe toetsenman Rick Benton van zich laat horen middels nieuwe klankkleuren in de songs. ‘Show me Your Hands’: classic Magnum over heel de lijn! ‘Storm Baby’ opent op een balladeske wijze maar meestercomponist Clarkin gooit dan het roer over naar een aanstekelijke heavy riff die zo herkenbaar is in het huidige Magnum geluid. Geweldige song! Het titelnummer krijgt versterking van Tobias Sammet en even lijkt dit wel een stukje Avantasia worden maar de toetsen en Bob’s stem leiden gelijk naar een geweldige epische/symfonische track. Het refrein blijft dan ook hangen. O-wat-is-dit-goed en straf hoe Catley dit nog allemaal aankan want het zijn krachtige en hoge zangpartijen. Verderop vinden we ook nog de semiballade ‘Glory To Ashes’, een eerste echt rustpunt en voorzien van alle klassieke elementen. Met het afsluitende ‘King of the World’ wordt hier een 67’ durend classic Magnumalbum majestueus afgesloten.

Black Sabbath

‘The End’ – Black Sabbath – dvd -- Het laatste Black Sabbath concert éver. Mjaa… als je bent opgegroeid met deze band, in alle bezettingen, zeg maar, dan moet je deze eigenlijk wel hebben. Toch? Of niet? Het is ongetwijfeld een stukje rockgeschiedenis dat (terecht) wordt afgesloten. Voor de leek: hier wordt natuurlijk enkel ‘classic’ materiaal gebracht. Ozzy stuff. En dat is zich ondertussen op zich toch aardig naar vervaldatum aan het slepen. Natuurlijk blijft ‘Black Sabbath’, ‘Fairies Wear Boots’ en ‘Snowblind’ sterk overeind, vooral dankzij de perfecte uitvoering van de heren Iommi, Butler en drummer Tommy Clufetos. Adam Wakeman zorgt voor de spaarzame toetsen – en ‘dies meer?’. Verhalen over Ozzy’s playbacken (en een backstage ghost vocalist) lijken me wat overdreven want dit ziet er toch allemaal redelijk echt uit. Maar ja, men kan veel tegenwoordig. Ik ga dit zeker niet afbreken, hoor, want dat is eigenlijk heiligschennis, niet? Als dit hun laatste statement is, wil ik gerust een oortje dichtknijpen als Ozzy tijdens ‘Black Sabbath’ sneller dan de band wil gaan. En zo zijn er nog enkele kleine zingen. Maar laten we mild zijn voor diegenen die ons met hun muziek niet alleen onszelf maar een hele muzikale stroming geïnspireerd hebben. De gevolgen waren niet te overzien… Let wel: ik heb een dvd + een cd met enkele studio opnamen. Er is (nog) geen cd/dvd(br) pakket, dus audio en eventueel cd zijn niet samen in een pakket te vinden.
‘Wuthering Nights’: Live in Birmingham’ – Steve Hackett – Te veel is bijna echt teveel, mijn gedacht. Maar in het geval van Steve Hackett maak ik graag een uitzondering, ook al lijkt het verhaal van de Genesis-re-enactment hier toch op zijn einde te lopen. Met een vierde 2cd/2dvd box sluit hij af met een passage langs ‘Wind and Wuthering uit 1977. Op een handvol eerder bizarre songs na is de hele classic Genesishandel nu terug in een gerevitaliseerde (live) versie beschikbaar. De eerste helft bestaat uit oud solowerk (het onsterfelijke ‘Every Day’, ‘The Steppes’) met als afsluiter (nog maar eens) het even meeslepende ‘Shadow of the Hierophant’. Ook werk van ’s mans laatste cd ‘The Night Siren’ is met drie songs vertegenwoordigt. Natuurlijk wordt er ook wat overlapt met de vorige uitgaven maar ‘Blood on the Rooftops’ blijft verbazen, zo ook het niet eerder gespeelde ‘One for he Vine’. Uiteraard allemaal veel steviger en meer ingevuld dan de originele versies. Wel vraag ik me af waarom multi instrumentalist Rob Townsend er een saxofoon moet bijslepen? Dit is toch geen fckng VDGG? Er zijn grenzen, hé. Verder niets dan lof voor de waanzinnig getalenteerde band waarin bassist Nick Beggs en drummer Gary O’Toole schitteren in een adembenemende ritmesectie. Ook Nad Sylvan is er bij maar klinkt me deze keer iets te nasaal. De bijdrage van broer John Hackett is beschamend te verwaarlozen. ‘Firth of Fifth’ geeft nog steeds kippenvel ook al vind je dit op elke uitgave terug. Maar hey, ik ben hier weer helemaal tevreden mee, hoor. De meest bescheiden Brit éver blijft constant terughoudend en tegelijk gevat naar het publiek toe. De beelden zijn prima, het geluid dynamische en uiteraard: de muziek is – op enkele doorbijters na – gewoon hemels!

Kayak

‘Seventeen’ – Kayak – Het Nederlandse Kayak bestaat ondertussen meer dan 40 jaar en zal altijd herinnerd worden door de radiohit ‘Ruthless Queen’. En Terecht. Maar eerlijk is eerlijk: ik heb buiten dat ene album de band nooit gevolgd. Tussen ’82 en ’97 stonden ze dan ook op non-actief. Vandaag is toetsenist Ton Scherpenzeel nog het enige oerlid. Dat maakt dat ‘Seventeen’ door mij als een totaal nieuwe band kan beschouwd worden. Zelfs de volgers zullen even moeten slikken, denk ik. Maar wel in de goede zin! Kayak klinkt hier zeker niet als een oude band die kost wat kost terug in de spots wil staan. Dit is een fan-tas-tische plaat, boordevol symfonische en (neo) progressive rock. Ton heeft ooit mee getoerd met Camel en dat hoor je hier heel goed (‘La Peregrina’, ‘Cracks’). Maar toch hoor je ook die ‘Neder-toets’ in de songs, die ook bands als Silhouette of Egdon Heath uniek maakt(e). En dat is een compliment! Elke compositie klikt perfect in mekaar, mooi uitgebalanceerd qua instrumentatie en met de geweldige gedoseerde zang van Bart Schwertmann. Ik zou hier alle songs willen verheerlijken maar dat is onbegonnen werk. Dit album luister je weg als een heerlijke avontuurlijke, romantische film op een winteravond. Liefst in gezelschap… Toch nog even een extra punt voor ‘Ripples On The Water’, de enige song die werkelijk te kort is. Camel’s Andy Latimer speelt daar een pakkend stukje gitaar waarvan ik toch weer even van mijn melk was. Maar te kort. En ondanks de 60 minuten muziek, ja, ik krijg er niet genoeg van. Mogelijk dé plaat van 2018.

Adagio

‘Life’ – Adagio – Vooreerst: ik begrijp niet hoe het mogelijk is dat dit album enkel aan woekerprijzen te verkrijgen is …maar voor alle duidelijkheid: ik heb hem dus gevonden aan een ‘redelijke’ prijs. Eindelijk. Hiermee ben ik weer helemaal bij met Adagio, de band rond de Franse gitarist Stéphan Forté. Adagio evolueert ook in zijn genre – de (heavy) progressive metal – zonder zijn eigenheid te verliezen. Met ‘Dominate’ werd ar al voor een donkere richting gekozen, welke met ‘Archangels In Black’ nog een gothic randje meekreeg. Op ‘Life’ krijgen we een meer technische insteek waarbij ik soms aan extremere bands als Zero Hour moet denken. Maar Adagio verloochent zijn neo-classieke roots niet waardoor de songs, eens ze op dreef zijn, toch verteerbaar worden. Maar daar moet je dan wel vocalist Kelly Sundown Carpenter bijnemen die naast o.a. Outworld en Beyond Twilight tegenwoordig zowat op elke cd een gastrolletje krijgt. Zelf ben ik niet de grootste fan van de man omdat die soms nogal schreeuwerig overkomt. Langs de andere kant geeft zijn stemgeluid wel de nodige scherpe ranzigheid aan de songs wat op ‘Life’ wel af en toe een vermoeiend element is. Maar uiteraard is daar ook het duizelingwekkende gitaarwerk en ritmepartijen. ‘Life’ is zeker een stap verder in de meer complexe richting.

Mother Of Millions

‘Sigma’ – Mother Of Millions – Indien in in 2017 me ook maar even de moeite had getroost om dit kleinood te beluisteren had deze ongetwijfeld in de kop van de albumlijst beland. Helaas, maar niet getreurd. Deze Griekse progressieve metalband levert met zijn tweede cd een waar meesterwerk af. Ondanks de ‘maar’ 42 minuten is dit een hele boterham om te beluisteren. Vanaf opener ‘Emerge’ tot epische afsluiter’ Sigma’ is dit een roetsjbaan vol emoties, emotieve postmetal vs. Hardcore invloeden en regelrechte progmetal riffing. De som van alle onderdelen op deze cd – en beluisterd in correcte volgorde - resulteert in een ware beleving. Uiteraard zullen er momenten zijn dat je even de wenkbrauwen fronst als er extreme vocals passeren maar tegelijk roepen die tegelijk ook zoveel kracht en emotie op dat je er gewoon in opgaat. Etnische invloeden hoor je op het subtiele ‘Their Passage, The Light’. ‘Collision’ is zeker een van de meest representatieve stukken op de cd. Met een vervreemdende sfeer, dreiging en tegelijk pakkende melodieuze doorleefde zang van George Prokopiou lijkt dit wel een staalkaart van wat de Griekse progressieve scene vandaag weet te bieden. Denk aan de bands Need, Poem, Sunburst of Untill Rain. Hier geen speedfest of shredding maar muziek die meteen naar de keel grijpt. Laat maar komen die Grieken!!!

Delain

‘Decade of Delain’ -- Delain – Het is leuk om een band die je vanaf het prille begin door de jaren hebt weten groeien, mogelijk een dozijn concerten van gezien en elk album naar waarde kunnen schatten. Delain heeft al enkele jaren een plekje in die specifieke scene kunnen bemachtigen en het ziet er niet naar uit dat dit snel zal veranderen. Om een en ander luister bij te zetten is er nu een heel mooie 2cd/dvd/blueray box voor handen. En héél mooi! Het jubileumconcert in Paradiso wordt mooi in beeld gebracht zonder al te veel artistieke invalshoeken. En dat siert hen. Wie immers de bombast van Within Temptation en de harde kant van Epica wat gehoord heeft, kan terecht bij Delain. Dus ook qua beeld (en geluid) biedt Delain een inhoudelijke middenweg. Maar de kwaliteit is absoluut toppie! Met een lange setlist van maar liefst 23 tracks, enkele gegeerde gasten waaronder Liv Kristine (!) en een knallende performance van frontdame Charlotte Wessels, valt er eigenlijk niets op te merken op deze uitgave. Leuk is het cocky Engels dat Charlotte hanteert in de tussenteksten. Onze Euro-parlementsleden kunnen er nog wat van leren. Maar waarom een dvd én blueray? Tja, dat is de tijdsgeest zeker. De laatste is natuurlijk van superieure kwaliteit, de dvd naar de oude normen maar ok. Ik wou dat ik deze onder de kerstboom kon vinden maar zo lang kon ik niet wachten…

Anubis Gate

‘Covered In Black’ – Anubis Gate – Geen gebrek aan progressieve metal dit jaar. Naast mijn ontdekkingen uit Polen en Griekenland, levert ook Denemarkens heaviest (sorry Pretty Maids!) wederom een album af. En wat voor een!!! Ik was niet altijd al te enthousiast over hun laatste albums en het moet van ‘Andromeda Unchained’ geleden zijn dat ze me zo konden inpakken. Ja, dat doet dit album. Natuurlijk, voor de niet-ingewijden blijft dit een onontwarbaar kluwen maar wie een beetje met op de markt thuis is, gaat dit wel lusten. Al vanaf opener ‘Psychotopia’ hoor je de vette productie, de strakheid van de band en wat meer is: de songs blijven na enkele luisterbeurten zelfs hangen. Twee maal grijpt de band ook naar Oosterse klanken en deinst er niet voor terug om enkele stijlelementen van andere bands te implementeren. Ik denk aan de riffs in ‘Black’…Evergrey? Niets dan goed dus. Het afsluitende nummer ‘From Afar’ verzeilt zelfs in Pink Floyd territorium. ‘Covered in Black’ is een bijzonder sterk album en ik neig er zelfs naar om de term ‘fenomenaal’ te gaan gebruiken.

Saxon

’10 Years Of Denim and Leather – Live 1990’ – Saxon – Het lijkt wel of er om de zoveel tijd iets van Saxon wordt binnengesjeesd via de voordeur of brievenbus. Deze live registratie – hadden we er nog niet genoeg? – lijkt op het eerste zicht wat overbodig maar is het zeker niet. Er is duidelijk niet teveel geld verspild aan de verpakking maar al bij al valt dit goed mee. We vinden een cd (!) en een dvd in de digipack en deze zijn mekaar meer dan waard. Interessant is wel dat Graham Oliver – van de originele bezetting – hier ook nog op meespeelt. Kort nadien zou hij de deur gewezen worden en vervangen door Doug Scarratt. Hoe dan ook, een mooie setlist met enkele songs die ondertussen echt wel uit het repertoire verdwenen zijn. ‘Rock and Roll Gypsy’, ‘Ride Like The Wind’ en ‘Frozen Rainbow’ om er enkele te noemen. Maar 80 minuten pure Saxon op een moment in de geschiedenis dat geen enkele klassieke metalband het makkelijk had…dat is een moment om te koesteren. De dvd is van bijzonder goede kwaliteit, het is gelukkig geen VHS-vehikel. En ondanks het wat ongelukkige 3:4 formaat toch fijn om te bekijken. En Biff met enkele blonde lokken is op zich al een must-see… Those were the days – of niet?

Europe

‘Walk The Earth’ – Europe – Na het ‘War Of Kings’ album en de fantastische concerten die daarop volgden leek het moeilijk om dat album te overtreffen. En eerlijk: ‘Walk The Earth’ weet zich gezellig tegen zijn voorgangen aan te schurken maar moet het toch afleggen. Nochtans zijn er enkele sterke troeven aanwezig. Zo kon het titelnummer een Deep Purple song zijn uit de jaren ’80, zowel que structuur als riffs. ‘The Siege’ lijkt wat stuurloos maar weet zich te nestelen als een groove-volle track. Wat me vooral opvalt is het geluid van gitarist John Norum. In tegenstelling tot vorige albums lijkt hij wel wat op de achtergrond verdwenen of verdwijnt achter zijn ‘nieuwe’ geluid. Daarenboven staat er geen enkel echt partynummer op (geen ‘Days Of Rock and Roll’ dus) waardoor het hele album na een integrale beluistering wat blijft liggen op de maag. Nochtans levert Norum op de voorlaatste track ‘Whenever You’re Ready’ een vettig stukje solo af. Europe heeft zich door bochten en dalen gewerkt om na decennia serieus te worden genomen. De vraag is echter of met deze volwassenheid niet een groot stuk van hun aaibaarheid annex verteerbaarheid verdwenen is. Gelukkig, in tegenstelling tot wat de dramatische afsluiter ‘Turn To Dust’ (die toetsen!!!), lijkt het me eerder dat ze nog wel even verder kunnen.

Nocturnal Rites

‘Phoenix’ – Nocturnal Rites – Deze Zweedse powermetal band levert hier een negende album af. Het is echt ‘terug van weggeweest’ want tien jaar na ‘The 8th Sign’ had ik de band eigenlijk wel opgegeven. Nocturnal Rites maakt heel toegankelijke melodieuze powermetal die ook op dit album direct herkenbaar is. Dat ligt dan vooral aan de stem van Jonny Lindkvist die niets veranderd is. Het vorige album was mogelijk het meest populaire, en dat wel omdat die het meest melodieuze werk was van de band tot dan toe. Op ‘Phoenix’ wordt een meer donkere kaart getrokken. Niet alleen de teksten maar ook de gitaren en drums klinken dreigender en harder dan voorheen. ‘Before We Waste Away’ is daar een duidelijk voorbeeld van. Maar geen nood: toegankelijk blijven ze zeker en of ze nu echt veel potten gaan breken met dit overigens zeer onderhoudende album is maar de vraag. Net als bands zoals Mob Rules en Dream Evil zullen ze blijven kamperen in het B-peloton. Een milieu dat heel wat te bieden heeft wie voorbij de grote namen wil kijken.

Daniel Cavanagh

‘Monochrome’ – Daniel Cavanagh – ‘Danny’ voor de fans en hopelijk ook nog vrienden, is tot nader order de ruggegraat van Anathema. Waar momenteel vooral zijn charismatische broer Vincent de boel laat draaien en Danny een beetje als de verschoppeling oogt… Maar dat is buiten deze wondermooie soloplaat gerekend. De demonen die momenteel grip hebben op deze van talent overlopende kerel, worden via ‘Monochrome’ sfeervol en muzikaal aangrijpend gekanaliseerd, althans, dat hoop ik toch. Met de klankkleur van Anathema is het niet moeilijk om aansluiting te vinden bij de muziek, al is die wel met momenten (nog) subtieler dan de gekende songs. Danny speelde alles zelf in en werd bijgestaan door A. Van Giersbergen en Anna Phoebe (viool) om het palet uit te breiden. Het is een album met coherente songs die echter pas volledig tot bloei komen als het album integraal en volgens plan wordt gehoord. Het thema ‘gemis’ is ook hier sterk aanwezig en ik kan me niet van de gedachte ontdoen dat dit album (ook) een link legt naar Mams Cavanagh, een gegeven dat ook in ‘The Last Goodbye’ al eerder werd aangesneden. Danny gebruikt uiteraard zijn eigen emoties maar deze plaat lijkt me een doekje voor alle vormen van emotioneel bloeden. Waarlijk een overweldigend en sfeervolle schijf.

Steven Wilson

‘Get all you deserve’ – Steven Wilson – Niet echt nieuw wat de inhoud betreft (2012) en even over het hoofd gezien tijdens een Steven Wilson overdose… Maar nu is er een uitgaven van 2cd + BlueRay. En voor geen geld. Snel beslist dus en tot op heden geen spijt van. Dit concert van de ‘Grace for Drowning’ tour is opgenomen in Mexico maar dat doet er niet toe. Wel boeiend is vooral de opbouw van het concert met vooral materiaal van die plaat, een (toen) nieuw nummer ‘Luminol’ en een bezwerende versie van ‘Raider II’. Met o.a. Nick Beggs op bas en Marco Minneman op drums, hoor je prominent een weergalloze ritmesectie. De beelde zijn perfect, gelukkig niet doorspect van teveel Lasse Hoile arty beelden – al geven die op zich wel een perfect beeld van de muziek weer. En die is niet alleen weergalloos complex (wie dit hapklaar vind… of je moet Robert Fripp heten) en vooral: het geluid is top-notch. Natuurlijk vergt dit ook voor de Wilson adepten enige inspanning, neem ik aan, maar eens je in de helft van het ruim twee uur durende concert bent geraakt, wil je alleen nog meer. Dit is muziek gebracht met een onaardse virtuositeit. Niet voor iedereen, en zeker niet voor elk moment op de dag. Maar zooo straf!

Serenity

‘Lionheart’ – Serenity – Ik moet me er op betrappen dat sommige bands altijd op mijn sampathie kunnen rekenen. Serenity hoort daarbij. Niet omwille van hun hoge artistieke kwaliteiten maar omdat ze telkens weer een hoop werk steken in een plaat waardoor de redelijk generische symfonische powermetal toch tot in de perfectie wordt afgeleverd. Van de verpakking tot het laatste kruimeltje levert ‘Lionheart’ – ok, nog eens iets over Richard Coeur de Lion – maar met heel veel panache, toeters en bellen. Het titelnummer had van de band Ten kunnen zijn maar draagt dankzij de (wat overdreven) articulaire zang van Georg Neuhauser voor een aanstekelijke meezingbaarheid. Ook aan cliché’s geen gebrek, dus wie wat op zeker wil spelen, komt hier ook niet bedrogen uit. Subtiek (als dat al kan), krijgen we ook flarden female voices, al zijn die niet meer in de band vertegenwoordigd, en een paar growls. Dat gaat niet iedereen massaal over de streep trekken maar zijn een welkome voetnoot opdat de band niet in de grote powermetalvijver zou verdwijnen.

Lunatic Soul

‘fractured’ – Lunatic Soul’ – Hoe het verder moet met moederband Riverside, daar moeten we nog even naar gissen, maar frontman Mariusz Duda laat alvast horen dat er nog behoorlijk wat kruit in de hoorn zit. Niet dat Lunatic Soul op deze vierde cd als Riverside gaat klinken maar deze is toch een eind verwijderd van de vorige drie albums. Na de reflectieve schijf die Riverside ondertussen uitbracht, zijn er toch wat artistieke elementen blijven plakken. Ik denk dan aan samples, bijna-danceritmes etc, maar er zijn ook meer vocale bijdragen van de man zelf. Ook deze is niet echt hapklaar maar laat zich makkelijker verteren omdat de songstructuren muzikaler, melodischer zijn en met een gezongen refrein ook vlotter herkenbaar. Een epische toets krijgen we met het 12’ durende en subtiel georchestreerde ‘A Thousand Shards Of Heaven’, wat voor een smakelijke trip zorgt. Niet voor iedereen onder de Kerstboom maar na het diner zeker welkom.
‘to the bone’ – Steven Wilson – Steven Wilson kan zich ondertussen zowat permitteren om te doen wat hij wil op muzikaal vlak. Met ontelbare projecten zou je kunnen veronderstellen dat hij zijn creatieve ei altijd wel ergens gelegd krijgt. Toch is het wederom onder eigen naam dat hij deze plaat aflevert. En het is een allegaartje bestaande uit quasi alle geledingen die de man uitmaken. Dat wil ook zeggen dat er af en toe eens geslikt moet worden zoals met up-tempo ‘Permanating’, iets wat wel erg ver van zijn roots ligt. Gelukkig zitten er nog voldoende punten in de cd waar de histotische Wilsonfan of –adept zich kan aan vasthouden. ‘Pariah’, samen met de uitdagende stem van Ninet Tayeb blijft wel bovendrijven in dit eclectische werkstuk. Deze cd lijkt erg ‘poppy’ maar deze teneur vonden we ook al terug in PT-albums, dus echt nieuw is het niet. Persoonlijk hou ik toch meer van de complexe en progressieve kant van Steven Wilson. Deze is onderhoudend maar iets te licht bevonden.

Edguy

‘Monuments’ – Edguy – Ik ben nooit de grootse fan geweest van Tobias Sammet’s core-band Edguy. Ik verkies zijn Avantasia, vooral omdat ik daar een hele boel bekende stemmen op terug kan vinden. Alhoewel Tobias natuurlijk wel een ultiele powermetal stem heeft, kan ik ze soms wel even beu worden. Daar staat tegenover dat Edguy wel een hoop straffe songs in hun repertoire heeft. Nu zijn er een deel uitgebracht op deze niet misselijke dubbelaar, aangevuld met een live dvd. Veel fun dus voor een zachte prijs. Het uitgebreide boekje met een hoop fotomateriaal informeert keurig over de escapades die de band al achter de rug heeft. Maar de muziek blijft hier natuurlijk de hoofdbrok en dat is van in het begin genieten omdat er al gelijk vier nieuwe songs opstaan. Zij-die-alles-al-hebben kunnen zich dus ook hier in laten gaan want dit is een heerlijk pakketje letterlijk boordevol powermetal in al zijn/haar facetten. Van snelle ‘happy’ songs tot de meer epische stukken. Volop genieten en vooral niet te veel nadenken!

Need

‘Hegiaimas’ – Need – Ik moest deze band opzoeken en verkennen gezien dit Griekse gezelschap binnenkort Evergrey zal bijstaan op hun Europese tour. En blij dat ik dat gedaan heb! Wat een superschijf is dit! Neen, dat had ik niet verwacht… Need brengt muziek die perfect past in het hele ‘dark progressive metal’ plaatje. Dat Evergrey meer dan een invloed is geweest hoor je al direct in de magistrale opener ‘Rememory’ waar het wel lijkt of Tom Englund himself een lijntje meezingt. Instrumentaal worden de progressieve riffs ondersteund door een stuwend orgel wat wel een bijzondere dynamiek oplevert. ‘Alltribe’ tapt uit een zachter vaatje maar is zo aanstekelijk door het kabbelende progrock gitaarloopje dat het al snel een favorietje wordt op de cd. Toch ook met de nodige heavy impulsen. ‘Tilikum’ grijpt ook naar extreme vocals en heeft iets van Paradise Lost in zich. Daarbij nog de etnische female vocals en het is een monster van een song! Bijzonder is het ‘dialogue’ ‘Iota’, waarbij in ‘sympathiek Engels’ even filmisch geacteerd wordt. Maar dan komt het epos. Epic! ‘Hegiaimas’ (21’) begint sfeervol maar al snel zijn die gitaren daar en zijn we vertrokken voor een hele tijd. Het nummer dwaalt uit in een fantasy-sfeertje in terug die mystieke vrouwelijke zang. Fans van Evergrey (…), Vanden Plas en dies meer moeten niet twijfelen!

Anathema

‘the optimist’ – Anathema – Onze post-progressieve dromers ui t het UK lijken zich wel goed te voelen in hun alzo gedetermineerde rol van post-zowat alles. Ze lijken altijd een stapje voor te zijn op al de rest en weten alsdusdanig hun muziek vernieuwend en interessant te houden. Maar deze ligt toch wat anders. Niettegenstaande het hoge niveau van het concept neigt de algehele houding toch wat veel naar een dromerige sfeer. Let wel: alle elementen van de recente platen zitten er wel in vervat maar heb ik dit alles al niet te vaak gehoord? Hier en daar ontbreekt er wel wat muzikaal drama. Het is pas met het voorlaatste nummer ‘Wildfires’ dat de band even explodeert zoals we ze kennen en zoals we ook verwachten. Daar voor is het soms even doorbijten en wil je de heren en lieve dame soms even een schop onder de achterkant geven. Het slotnummer van +11’ redt de meubels nog wel maar de laatste vier minuten heerst en nagenoeg stilte. Een oude artistieke truuk die eigenlijk erg passé is. Mogelijk spelen zij dit album live in zijn geheel later dit jaar en de ervaring leert me dat dat toch wat anders is dan thuis.

DGM

‘Passing Stages’ – DGM – Het Italiaanse DGM is misschien de meest ondergewaardeerde band in het progressieve genre. Waar Pagan’s Mind of Circus Maximus al snel een belletje doen rinkelen, blijft DGM ten onrechte wat achterop hinken. Nochtans is daar geen enkele reden voor. Daarom is er nu de live registratie van twee shows, respectievelijk in Milaan (’16) en Atlanta (’14). De kracht van DGM ligt hem vooral in de ‘drive’ die de band heeft en dit gekoppeld aan virtuoos spel. Dit is niet altijd makkelijk om een cd lang vol te houden want er wordt behoorlijk gas gegeven, ook in een live situatie. Zanger Mark Basile ontbreekt, net zoals de andere bandleden misschien wat presentatie maar dit maakt hij ruimschoots goed door vocaal onwaarschijnlijk te scoren. Hij lijkt live een beetje op Russel Allen van Symphony X. Beide registraties overlappen nauwelijks, en dat is prima. Zo focust de ene vooral op het laatste album ‘The Passage’ en het andere op ‘Momentum’. Het beeldmateriaal op de dvd is ok, Milaan scoort beter. De Atlanta (ProgPower) is een puntje minder maar dat zijn we gewoon van de ProgPower registraties. Tegelijk geeft deze toch ook het gevoel er echt bij te zijn. Het is met deze uitgave eigenlijk onvoorstelbaar dat DGM niet in een adem genoemd wordt met de net iets bekendere bands. ‘Passing Stages’ is een statement, een demonstratie in high-energy powermetal. Het vergt een inspanning om het uit te zitten maar eens je door deze band gebeten bent, kan je niet anders dan vol ongeloof kijken en luisteren naar het geleverde materiaal. En ja: Simone Mularoni is een on-waar-schijn-lijk straffe gitarist!!!

Roger Waters

‘Is This The Life We Really Want?’ -- Roger Waters – OMG. Roger Waters heeft ook nog een plaat gemaakt en ik heb ze gekocht. Misschien wel fair na het genot dat we mochten ondervinden van David Gilmour’s laatste en toch straffe cd. Maar fairness heeft een prijs en Waters deelt hier geen cadeaus uit. In plaats van genietbare songs krijgen we hier vooral een klaagmuur bestaande uit alles wat de goede man dwarszit. Nu ben ik zeker geen ‘rode’ maar ergens heeft hij altijd gelijk als hij tegen’het kapitaal’, de banken, politiek en dies meer fulmineert. Maar dan op zijn manier. Heel erg verbitterd, boos, beetje teruggetrokken en vooral in de fluisterende aard. Zoek hier geen sterke songs op (al wil ik ‘Picture That’ en ‘Broke Bones’ nog een eerlijke kans geven wegens de muzikale referenties naar zijn oude band) en refereer vooral niet naar ‘Amused To Death’ die met momenten episch uit de hoek kwam want dan kom je van een hele kale reis terug. Hiermee wordt nogmaals duidelijk gemaakt dat Waters het sociaal kritische element was in Pink Floyd en Gilmour ervoor zorgde dat het werd gegoten in doorgaan onvergetelijke en voor altijd legendarische muziek. Dit is echter een harde knobbel en maakt van ‘The Final Cut’ een party plaat. Ja, zo wrang, intens, maar zelden muzikaal meeslepend. De wereld is geen vrolijke plaats maar ik kies toch voor een vrolijkere noot. Niet geheel onder de tapijt vegen maar echt fun is deze niet. Floyd fanatici zullen dit wel geweldig vinden maar losgekoppeld van ’s mans muzikale erfenis wordt het aan heel ander beest. This is not the album I wanted. Maar het is ook niet de wereld die ik voor ogen had…en in die zin kan ik de man wel volgen.

Vanden Plas

‘The Seraphic Live Works’ – Vanden Plas – OMG. OMG. Eindelijk terug een Vanden Plas live album. En wat voor eentje!!! Het spijtige nieuws is dat de opnames reeds dateren van 2011 maar dat kan en mag de pret niet drukken wan Vanden Plas is nog steeds een sterke live band. Dit maakt dat dit gesnipt is van de ‘Seraphic Clockwork’ Tour. Maar geloof me vrij: dit is Vanden Plas op zijn best. Charismatisch, instrumentaal fenomenaal en songs die staan als een huis. Vanaf opener ‘Postcard To God’ zijn we vertrokken voor maar liefst 80’ progmetal van het hoogste niveau. Lijvige songs, allemaal, zoals het bijna 11’ durende ‘Rush Of Silence en de classic ‘Far Off Grace’. De bijhorende dvd is gewoonweg ‘af’ en boeiend om naar te kijken. Vanden Plas is geen doorsnee band en de leden hebben allemaal wel iets bijzonders. Zanger Andy Kuntz’ Engels is niet altijd je-dat maar zelfs de echte fan zoals ik neemt er geen aanstoot aan dat hij haast fonetisch zingt. Persoonlijke uitschieter – al dat al kan is ‘Cold Wind’ en het afsluitende ‘Silently’. Dit is uiteraard verplichte aanschaf voor de fans want ondanks de excellente studio albums die toch nog af en toe op ons worden losgelaten, is het een verdiend extraatje om ze nog een lieve (ook al is het op dvd) aan het werk te zien en te horen.

Bjorn Riis

‘Forever Comes To An End’ – Bjorn Riis – Als de zanger/gitarist en drijvende kracht van een band solo gaat is er grote kans dat je een totale breuk krijgt met zijn moederband of er is het omgekeerde. Riis laat zich op dit alweer tweede solo album bijstaan door de helft van zijn band Airbag en dit leidt dus tot méér Airbag maar onder zijn eigen naam. He-le-maal niet kwaad voor maar je kan je wel de vraag stellen: ‘waarom?’. Dit album is misschien wel iets heaviër op sommige passages maar levert evenveel Porcupine Tree-achtige dromerige passages waardoor niet alleen het idee dat je naar Airbag zit te luisten maar soms echt denkt: dit is oude werk van Steven Wilson. Nu, allemaal geen dingen om je over op te winden of deze afbreuk te laten doen aan dit album want dat is natuurlijk alleen maar koren op de molen voor de liefhebber van deze stijl van progressieve rock. Het gitaarwerk is wederom niet alleen uniek te noemen maar er is ook meer dan voldoende van en dat is misschien dat extra puntje om deze cd niet verloren te laten gaan tussen de andere albums ban Bjorn Riis. Ook zijn fluwelen en erg melodieuze stemgeluid wordt ik niet beu. Het afsluitende ‘Where are you now’ is een waardige afsluiter waarna je echt wel even stil bent. Airbag fans kunnen dus blindelings deze in huis halen maar ik denk dat dat overbodige info is.

Primal Fear

‘Live In Germany’ – Primal Fear – Je hebt ‘Metal’ en al zijn hokjes, kamers, genres en subgenres en je hebt gewoon ‘Heavy Metal’. Om de naam niet te noemen denk ik dan gewoon aan Judas Priest en de bands die de traditie verderzetten. Primal Fear is daar het beste voorbeeld van. Deze liveregistratie (cd/dvd) benaderd gewoon de perfectie en tikt alle hoeken van de kamer, als je die nog niet gezien hebt na het uitzitten van dit album/dvd. Kijk vooral naar de beelden. Ondanks dat het is opgenomen is een redelijke club in thuisstad Stuttgart, knalt het als nooit tevoren. Met een setlist die zich bijna spreidt over het dozijn albums dat hier aan voorafging en een band in bloedvorm is dit een lange (dvd) rit die je niet onberoerd kan laten. Uiteraard komt het laatste album voldoende aan bod maar oudjes en instant klassiekers als ‘’Sign Of Fear’, ‘Seven Seals’ of ‘Nuclear Fire’ mixen perfect met ‘’When Death Comes Knocking’ en het zaaalige ‘Fighting The Darkness’. Teveel om op te noemen in de 18-songs tellende dvd, aangevuld met wat clips en ander live materiaal. Ralf Scheepers is een waanzinnig zanger en frontman en de rest van de band is als zo gepokt en gemazeld dat ze zich volop staan te amuseren terwijl ze de vette metalriffs in het rond strooien. Absolute aanrader, dijk van een live package!!

Pendragon

‘Masquerade 20’ – Pendragon – hebben we nood aan nogmaals een live registratie van deze band? Zeker niet. Of wacht… als het is om het klassieke album ‘The Masquerade Overture’ in de bloemetjes te zetten is, ok dan. Het laatste album ‘Men Who Climb Mountains’ liet vooral een bedrukte indruk na. Beetje tevergeefs wachten op de gitaarsolo’s bijvoorbeeld. Maar we mogen gerust zijn: live gaat Nick Barrett nog steeds voor de lange epische stukken met een overload aan gitaarwerk. Naast het eerstgenoemde album, mét de bonustracks van toen, ‘King of the Castle’ en ‘Schizo’, wordt er ook gegrepen naar de laatste drie studio albums. Met een aangrijpend ‘Come Home Jack’, ‘This Green and Pleasant Land’, een altijd indrukwekkend ‘Breaking the Spell’ en ‘Indigo’ wordt de set afgerond. Niet veel nieuws dus onder de progzon maar een degelijk en vertrouwd geluid. Is dit verplichte aanschaf? Niet echt maar voor de completists zeker. Er is ook een dvd van maar te veel kan trop zijn, dus dat laat ik even voor wat het is.

Deep Purple

‘InFinite’ – Deep Purple – De opvolger van ‘Now What?!’ uit 2013 is er en moet aan een hoop verwachtingen voldoen. Dat gebeurt wel maar met de hakken over de sloot. Eerst en vooral het goede nieuws: hij klinkt vet. Vooral het toetsenwerk van Don Airey krijgt wederom voldoende ruimte en gitarist Steve Morse levert enkele mooie bijdragen en laat voldoende horen wat hij kan zonder zichzelf te willen voorbijsteken. Opener ‘Time For Bedlam’ is tevens een geschikte set opener als het zover komt. Met ‘Hip Boots’ schuiven we helaas een beetje teveel op naar Ian Gillan Land. Ik hou niet van zijn teksten en/of humor maar de song is wel ok mede door Morse’s gitaarsolo. ‘The Surprising’ is m.i. de beste song op het album en refereert toch veel naar het geluid van ‘Purpendicular’, beetje laidback en jawel, een fijne tekst. Hier gaar DP geen nieuwe fans mee winnen maar als carrière afsluiter (ja? toch?) kan het allemaal wel. Met een The Doors cover (‘Roadhouse Blues’) wordt er afgesloten. Zo komen we net op 46’, wat eigenlijk ook maar kantje boordje is vandaag. De dvd geeft wel een mooi beeld van de band aan het werk in de studio en vooral de noodzakelijke invloed van producer Bob Ezrin. Geslaagd maar geen extra punten dus.

Mike + The Mechanics

‘Fly Me’ – Mike + The Mechanics – Ik ben altijd deze band blijven volgen sinds hun debuut. Als spin-off van Genesis overschaduwden zij artistiek al snel het gepiemel van Phil Collins met warme, doordachte en mooi uitgebalanceerde songs. U kent ze als ze nogmaals op de radio komen. Opener ‘Let Me Fly’ zet ook hier gelijk de toon en geeft een instant goed gevoel. Dit is geen Grote Kunst maar omarmende perfect uitgevoerde pop/rock songs met invloeden van soul, gospel, electro maar vooral gestoeld op straffe songwriting. Mike Rutherford laat zich bijstaan door vocalisten Tim Howar en Andrew Roachford die best aardig bij het geluid van Paul Young (neen, niet die…) en Paul Carrack komen maar ze niet doen vergeten. De songs overlopen is zinloos want een voor een triggeren ze vlot de schelp van herkenbaarheid van iemand die vanaf de jaren ’80 tot nu kwaliteit weet te appreciëren. ‘Don’t Know What Came Over me’ is ook zo een klassesong waar de meeste songwriters enkel maar van kunnen dromen. Laat er nog vele volgen!

Steve Hackett

‘The Night Siren’ – Steve Hackett – Steve is bijzonder productief en weet tussen de eindeloze sliert livealbums ook nog nieuw werk te verzinnen. ‘Wolflight’ is nog niet goed verteerd of ‘The Night Siren’ vraagt om aandacht. Gelukkig draait deze al enkele weken rond ten huize en kan ik nu reeds een oordeel vellen. Stijlmatig sluit deze perfect aan bij zijn voorganger maar toch is hij een toets avontuurlijker. Dat Steve de wereld graag rondreist en overal geluiden en instrumenten van oppikt is op zich mooi maar moeten ze dan ook allemaal op dezelfde cd worden samengebracht? De classic opener ‘Behind The Smoke’ laat nog niets vermoeden maar op ‘Martian Sea’ is het al van dattum: sitarklanken, tablas,… op ‘Fifty Miles from the Northpole’ komen de eerste ‘arabiatics’ alweer de kop opsteken – je herkent ze als je ze hoort. Maar dit alles is daarom geen minpunt. Het amalgaam van klanken, etnische en uiteraard de virtuoze gitaar maken dit nu eenmaal wat Hackett is geworden. Stijlmatig mag het wat consistenter maar hier is wederom meer dan voldoende stof om te verwerken. Doch, veel verder moet de man het niet gaan zoeken.

Sonata Arctica

‘The Ninth Hour’ – Sonata Arctica – Het is vreemd dat deze band, die – terecht – de nodige flak kreeg van de pers de laatste jaren, zich toch blijft handhaven tussen de Stratovariussen en Nightwishes in het genre. Nu weet ik waarom. Dit is een geweldige plaat. Niet zozeer omdat ze gewoon beter is dan de vorige twee platen maar SA getuigt hier echt van spelvreugde, sterke songs en perfecte uitbalancering tussen melodie en heavieness. Als we ‘Stones grow her name’, de draak van enkele jaren geleden vergeten en ‘Pariah’s Child’ wél meenemen, kunnen we haast spreken van een terugkeer naar de oude stijl. Zelf moet ik soms nu ook wel slikken van de zanglijnen die af en toe een vreemde kronkel maken maar dat is nu eenmaal eigen aan de band. De speelse aanpak (pianootje, fluitje, frivole toetsen, gepaste symfonische aanpak) maken dat SA zeker een instap-band is voor newbies en doorgaans altijd zal scoren bij een jeugdig publiek. Het is vriendelijke powermetal die geen vergelijk heeft met de Stürm & Drang en de bombast van landgenoten Stratovarius. Het negende (!) album van deze Finnen is wat mij betreft een schot in de roos en kan gerust enkele rondjes draaien zonder dat er ergens geskipt moet worden. Boordevol verrassend mooie melodietjes die je spontaan begint mee te hummen of te fluiten en een mooi evenwicht ook tussen snelheid en midtempo songs. Misschien mocht de afwerking/mix iets ruwer zijn. Deze legt wel erg de nadruk op de zang en de melodieën en de gitaren zitten nogal aan de lichte kant van de mix. Ik word er zowaar af en toe week maar vooral vrolijk van. Uitkijken dus.

Saxon

‘Battering Ram’ – Saxon – met de regelmaat van een goede klok levert Saxon om de twee jaar een nieuwe plaat af. Niet altijd om grote prijzen te winnen maar vooral om de legende levend te houden en de fans laten horen waartoe ze nog steeds in staat zijn. Ook met ‘Battering Ram’ is het zo. Het donkere dreigende artwork doet al vermoeden dat het een zware schijf wordt, maar dat valt nog mee. Het geluid is berevet, de productie (Andy Sneap) laat de band heaviër dan gewoonlijk klinken en de songs mogen er best wezen. Of er toekomstige klassiekers op staan, daar kunnen we nog geen beeld over vormen maar de opener en titelsong is zeker een binnenkomer! Van dan af trekt men wel de duistere kaart met ‘The Devil’s Footprint’ waarop Biff een tour de force levert. Ondanks de muzikale en technische evolutie blijft de band echt herkenbaar. Het met brutale gitaren versierde ‘Queen Of Hearts’ is minder melodieus maar gaat vet hard naar de maag. Dan volgen er een paar generische Saxon songs, maar die luisteren gewoon vlot weg zonder echt brokken te maken. Zo is ‘Top of the World’ oerklassiek Saxon maar klinkt toch eigentijds, wederom door de heavy maar kraakheldere productie. Opvallendste song is zeker ‘Kingdom Of The Cross’, een onderkoelde, bevreemdende evocatie over de Vlaamse Velden. Met gesproken tekst en gezongen intermezzo’s door Biff. Gelukkig volgt dan nog een snelle Three Sheets to the Wind’ om alle nare dromen te verjagen. Goede cd, moet zeker niet onderdoen voor ‘Sacrifice’.

Testament

‘Brotherhood of the Snake’ – Testament – En we zijn weer vertrokken…Testament, tot nader order mijn favoriete thrashband knalt binnen met deze ‘BotS’. Na drie nanoseconden herken je al de Sturm & Drang die deze band altijd met zich meedraagt. De songs liggen iets meer op tempo dan bij de voorganger wat zeker geen afbreuk doet aan ‘Dark Roots of Earth’. Nu klinken ze wel terug meer vintage en dat is blijkbaar een trend geworden. De eerste helft van de schijf is gewoon zo vet beuken dat je er van naar adem gaat happen. Songsgewijs vind ik het na ‘Centuries of Suffering’ wat afzwakken maar dit zuiver compositorisch. Dan klinkt het allemaal wat standaard, wat voor Testament nog altijd straffe kost is. Chuck Billy (voc) blijft een straffe frontman en zijn stem is de enige die bij de band past, dat kunnen we wel stellen. Gitaartandem Eric Peterson en Alex Skolnick leveren vuurwerk à volonté en de ritmesectie is niet verzopen in een geluidsbrij. Risicoloze aanschaf voor wie het betere thrashwerk volgt.

Marillion

‘F.E.A.R.’ -- Marillion -- Ooooh wat is die mooi!!! Marillion is een band die je echt moet absorberen alvorens je hun werk ten volle kan waarderen of beoordelen. Ik was niet wild van de laatste drie studioalbums en dat kwam vooral door het gebrek aan dynamiek, het soms oeverloze geneuzel van Steve Hogarth en de wat zweverige lyrics. De Noorse band Gazpacho leek hierbij wel Motörhead, om je een idee te geven van het inerte karakter. Maar met F.E.A.R. …. Ja, muzikaal is er niet zo heel veel veranderd maar toch beklijft deze wel degelijk. De zanglijnen zijn avontuurlijker, gitarist Steve Rothery levert wederom kippenvel gitaarsolo’s en de songs zijn, let op – het zijn er zes maar drie zijn gefragmenteerd – leveren om de zoveel minuten een fijne muzikale wending waardoor het toch blijft plakken. Hogarth is nog altijd een van de meest opvallende frontmannen ooit en levert zeer ingetogen er doorleefd zijn deel. Dat het meer geëngageerde teksten zijn, daar lig ik niet van wakken er ze zijn zeker niet sloganesk. Marillion is op zich old-skool neo-prog maar bewijst met F.E.A.R. toch opnieuw tegelijk boeiend en beklijvend te kunnen zijn. En dat voor liefst 69 heerlijke minuten. Welcome back!

Homepage | 2008-01 »